Op het landelijk bureau van GroenLinks vond op dinsdag 19 april een publieksavond over Libanon plaats. Organisatoren van de avond waren Utrecht voor Palestina U4P en de Midden-Oosten werkgroep van GroenLinks. Schrijver Arthur Blok - tevens docent Bedrijfscommunicatie en Journalistiek aan de Hogeschool Utrecht - werd door Sharida Mohamedjoesoef geïnterviewd over de situatie in zijn geboorteland. Blok schreef daar verschillende boeken over, die ook in het Engels en Arabisch vertaald zijn. Er ontstond een boeiend tweegesprek.

In dit kleine land met een oppervlakte van drie Nederlandse provincies wonen 4 miljoen mensen met 18 erkende godsdiensten. Het is steeds een toevluchtsoord voor bedreigde minderheden geweest. Feitelijk wordt het land nog steeds door zo’n twintig rijke Christelijke en Soennitische familieclans bestuurd.

Zoals Israël in de vorige eeuw werd gesticht om voor Joden een tehuis te bieden, zo ontstond Libanon, eertijds deel van Syrië en Frans mandaatgebied, als christelijke enclave.

Nu de opstand in andere Arabische landen en de oplopende spanningen in Israël en de Palestijnse gebieden alle aandacht opeisen, horen we even wat minder over de situatie in Libanon.

Arthur Blok poneerde de stelling dat Libanon voorop liep, toen in 2005 een miljoen mensen in Beiroet demonstreerden, een kwart van de bevolking. Helaas heeft dit niet tot veranderingen geleid. Nog steeds geldt het democratisch compromis, volgens welk een christen president is, een soenniet premier, terwijl de grootste bevolkingsgroep, de sjiieten zich met het voorzitterschap van het parlement tevreden moet stellen.

De macht wordt gebruikt om de eigen posities te versterken, in plaats van de opbouw van het land voorop te stellen. De staat zorgt niet voor zijn inwoners maar voor de machthebbers.

Daarbij worden steeds weer naar buitenlandse versterking gezocht. Er is een tweedeling van meer westerse en meer arabisch geörienteerde stromingen. Een andere hardnekkige tegenstelling is er tussen seculier-Syrische en door Iran gesteunde groeperingen.

De aanval van Israël in 2006 heeft wel tot meer eenheid geleid: vrijwel iedereen is nu tegen Israël en steunt de Palestijnen. De sjiietische Hezbollah, die als verzetsbeweging na de burgeroorlog en opnieuw in 2006 Israël weerstond, heeft aan invloed gewonnen. Dit kan ook als emancipatie van het armste deel van de bevolking gezien worden.

De op handen zijnde aanklacht van het in Nederland gevestigde Libanon-tribunaal,dat onder meer onderzoek doet naar de bomaanslag op premier Rafik Hariri, hangt als een zwaard van Damocles boven het land. In aanmerking komende groepen en landen verzetten zich bij voorbaat heftig tegen een eventuele beschuldiging.

Na de pauze was er discussie en gaven mensen en groepen uit Libanon hun visie.

Ad Mols van ‘Mijn Thuis is Palestina’ vertelde over de schrijnende situatie in de Palestijnse vluchtelingenkampen. Zijn kleine organisatie biedt daar laagdrempelige hulp. Van alle gastlanden hebben de Palestijnen het in Libanon het slechtst. Ad Mols onderstreepte dat bijna alle vluchtelingen nog steeds naar Palestina willen terugkeren.

Waarom niet gekozen wordt voor het verbeteren van de levensomstandigheden, werd door enkele aanwezige Nederlandse Libanesen geargumenteerd: meerdere keren hebben westerse en andere Arabische landen gepoogd Libanon het thuisland van de Palestijnen te maken, zonder dat de Libanese bevolking daar zelf in werd gekend.

Hieruit bleek hoe kwetsbaar Libanon in het turbulente Midden-Oosten is. Het is een wankel evenwicht, bijna een permanente crisis. Deze multiculturele samenleving zou zich zonder buitenlandse belangen en agressie moeten kunnen ontwikkelen.