De  komende verkiezingen in Turkije op 1 november zijn niet alleen voor de Turkse president Recep Tayyib Erdogan een kwestie van erop of eronder. Voor heel Turkije zijn de verkiezingen van cruciaal belang, zowel voor de Turken als de Koerden. Ook voor de rol die Turkije speelt in het escalerende conflict in het Midden-Oosten is het belang van de uitslag van de komende verkiezingen enorm groot.

Als Erdogan wint, en zijn partij AKP de grootste wordt, zal Erdogan zijn macht als president uitbreiden en de Turkse grondwet veranderen waardoor hij de absolute macht zal krijgen – dan is Turkije opnieuw een dictatuur, onder leiding van een president die zich steeds meer een fundamentalistische islamist toont en zich aan de zijde van IS schaart. Dan hebben de Koerden in Turkije, met wie de Turkse staat nu al openlijk oorlog voert, geen andere keuze dan te vechten voor hun leven.

Verliest de AKP de verkiezingen, dan zal Erdogan zich geen sportieve en democratische verliezer tonen. Integendeel, hij zal geen middel onbeproefd laten om zichzelf, zijn familie en het vergaarde miljardenfortuin veilig te stellen en te ontkomen aan gerechtelijke vervolging. Als Erdogan verliest, dreigt hij Turkije mee te sleuren in een burgeroorlog waardoor het conflict in het Midden-Oosten zich verder zal uitbreiden en het nog heviger en gecompliceerder zal maken dan het nu al is.

Hoe heeft het zover kunnen komen? 

Toen Erdogan, die burgemeester was van Istanboel, in 2000 met zijn AKP aan de macht kwam, had hij een brede aanhang verworven met zijn democratische en gematigd islamitische programma. De AKP beloofde echte democratie, vrijheid van meningsuiting, vrijheid van geloof, inperking van de macht van het leger en beperking van de bureaucratie. En, een belangrijk punt, de AKP beloofde de Koerden te zullen erkennen als officiële etnische groep met een eigen taal en cultuur. Tot dan werd het bestaan van Koerden in Turkije ontkend, er waren hooguit ‘bergturken’. 

Voordat de AKP aan de macht kwam, had het leger decennialang feitelijk de scepter gezwaaid, met een rigide seculair beleid dat veel gewone moslims tegen de borst stuitte, en een verstikkende bureaucratie. Recep Tayyib Erdogan had afstand genomen van zijn voorganger Erbakan en diens islamistische partij, en van de AKP een partij gemaakt waarin zowel linkse democraten als gematigde moslims zich thuis voelden. Ook de Koerden sloten zich aan bij de AKP: tot 2010 stemde ongeveer 50 % van de Koerden op de partij van Erdogan.

Het keerpunt kwam in 2013, met de gebeurtenissen op het Gazi-plein in Istanboel. De aanhoudende vreedzame en ludieke demonstraties voor het behoud van het plein en het groen er rondom, tegen de plannen om het plein op te offeren aan grootschalige hoogbouw, werden met uitermate harde hand de kop ingedrukt. Dat heeft de president veel sympathie gekost, en de AKP veel aanhang. Het ging niet alleen om het behoud van het plein, veel jongeren toonden hun onvrede over het beleid van Erdogan, die op veel maatschappelijke terreinen steeds meer ‘islam’ invoerde, van uitbreiding van het islamitisch onderricht in het basisonderwijs, tot aan scheiding van jongens en meisjes in de klassen, en hetzelfde op universitaire campussen. De harde repressie tegen de demonstranten werkte als olie op het vuur – de demonstraties breidden zich uit tot in andere steden van het land, en werden nog feller naarmate er meer dodelijke slachtoffers te betreuren vielen, uiteindelijk waren dat er twaalf, van wie enkelen nog geen zestien jaar waren. Toen bleek dat Erdogan de politieagenten die hij had ingezet tegen de demonstranten bedankte met een extra maandsalaris, zette dat nog meer kwaad bloed. 

En Erdogan verloor in die hevige maanden nog een belangrijke bondgenoot: Gülen Zjami`at, de islamistische groepering die tot 2013 belangrijke sleutelposten in de Turkse samenleving bezette, in de regering, de magistratuur, de politie. De Gülen Zjami`at heeft in heel Turkije onderwijsinstituten, om leerlingen na hun middelbaar onderwijs voor te bereiden op hun universitaire studie. Zo’n 90 % van de leerlingen gaat naar een instituut van Gülen Zjami`at. Dit levert de instituten geld op, dat onder meer besteed wordt aan beurzen voor slimme jongens uit armere milieus voor hun universitaire studie. En ja, natuurlijk kweken de instituten zo ook een brede aanhang voor de Gülen Zjam`at. De volgelingen van Gülen Zjami`at hadden invloed bij diverse belangrijke tv-stations en streefden verdergaande islamisering van Turkije na. Maar deze groepering, vergelijkbaar met de Egyptische broederschap, werd naar de smaak van Erdogan te machtig. Vooral sinds de protesten tegen de sloop van het Gazi-plein verslechterden de verhoudingen zeer. Het kwam definitief tot een breuk toen Gülen-aanhangers binnen het rechtssysteem en de politie huiszoekingen deden bij van corruptie verdachte ministers en hun kinderen, en ook bij een zoon van Erdogan. Zij vonden heel veel contant geld, schoenendozen vol – onverklaarbaar geld.  De leider van de Gülen Zjami`at, Fathullah Gülen, nam de wijk naar de Verenigde Staten van Amerika. In de nasleep van de strijd tussen Erdogan en de Gülen Zjami`at ontsloeg Erdogan meer dan duizend politieagenten, en tientallen andere hoge en lage functionarissen die lid waren van Gülen Zjami`at of daarmee sympathiseerden. De hoogste officier van justitie ontvluchtte het land naar Duitsland om daar politiek asiel aan te vragen. Dit alles heeft de Turkse samenleving ontwricht. 

Zoals gezegd, had de AKP tot aan 2010 steun van de Koerden. In 2012 startten er vredesbesprekingen met de Koerden, en kwam een akkoord tot stand tussen de Turkse regering en de Koerden, onder leiding van de in de gevangenis verblijvende Öcalan. In dit akkoord hadden de Koerden onder meer bedongen dat ongeveer 6000 Koerdische jongeren, die tijdens de onderhandelingen waren gearresteerd, zouden vrijkomen. Verder zou de Koerdische etniciteit erkend worden in de Turkse grondwet, met garanties voor onderwijs in eigen taal en cultuur. In het akkoord was tevens vastgelegd dat er in Turkije een proces van regionalisering op gang gebracht zou worden die meer macht aan regionale, gekozen bestuurders zou geven. Als tegenprestatie eiste Erdogan dat gewapende Koerden hun wapens zouden inleveren of dat zij het land zouden verlaten. Dat laatste is gebeurd, veel peshmerga’s zijn naar de bergen van Irak getrokken om vandaaruit de strijd voor een onafhankelijk Koerdistan voort te zetten. Op Newroz, het Koerdische Nieuwjaar, op 21 maart 2014 stuurde Öcalan de boodschap uit dat de gewapende strijd voorbij was, en dat nu de tijd gekomen was om met vereende en vreedzame krachten de parlementaire democratie in Turkije op te bouwen.

Deze mooie droom is snel vervlogen. Tot Erdogan’s zeer onaangename verrassing haalde de Koerdische HDP bij de jongste verkiezingen op 7 juni van dit jaar ruimschoots de kiesdrempel. De HDP is een betrekkelijk nieuwe, links-democratische partij die niet alleen meer culturele vrijheid voor de Koerden voorstaat, maar die ook een vorm van regionale autonomie wil, dus met meer bevoegdheden voor de regionale gekozen autoriteiten voor de Koerden. Maar al voor de verkiezingen werd de HDP bedreigd door Erdogan, en was het vredesproces tussen de Koerden en de Turkse staat ernstig verstoord. In februari van dit jaar was er nog een tien-punten plan, opgesteld door de HDP namens Öcalan en vertegenwoordigers van Erdogan. Deze verklaring wordt de Dolmabahce sarayi genoemd, naar het presidentiële paleis. Maar de AKP- leider zag de aanhang van de HDP groeien, en zag dat terecht als een bedreiging van zijn presidentiële macht. Hij verviel in oude retoriek en kwam zijn beloftes aan de Koerden niet na. 

De rest is geschiedenis: de HDP haalde ruimschoots de kiesdrempel en is sindsdien een politieke factor om rekening mee te houden. Al direct na de verkiezingsnederlaag van de AKP kwam de boodschap van de regering, dat er voor de ‘terreurgroep’ zoals de PKK van Öcalan nog altijd wordt genoemd, maar waarmee in dit geval óók de HDP werd bedoeld, ‘moeilijke dagen zouden aanbreken’. Dat was het signaal voor het offensief tegen de Koerden, een regelrechte oorlogsverklaring. Kort daarna werden binnen 24 uur in het hele land 187 partijbureaus van de HDP geplunderd en in vele gevallen met de grond gelijk gemaakt of in brand gestoken. Zo toonde Erdogan zijn ware gezicht.

Zowel de HDP als de AKP weigeren categorisch met elkaar een regering te vormen – en  sinds de laatste verkiezingen is het duidelijk dat Erdogan de strijdbijl tegen de Koerden weer opgegraven heeft. Hierdoor is de verkiezingsstrijd ontaard in een ordinaire strijd om de macht, waarbij vuil spel wordt gespeeld en grof geweld ingezet. Op zaterdag 10 oktober j.l. vielen bij twee aanslagen in Ankara, gericht tegen vreedzame demonstranten van vooral de HDP, bijna honderd doden. Beschuldigende vingers wijzen naar de Turkse geheime dienst, en nationalistische krachten, zoals de Grijze Wolven, die nog immer actief zijn. 

Daarvoor was er de aanslag in Suruç, een stadje in zuid-oost Turkije, waar 34 jonge studenten uit diverse steden van Turkije omkwamen. Zij wilden naar Kobani, net over de grens in Syrië, om daar de bevolking een hart onder de riem te steken en een speelplaats voor kinderen te bouwen. De Turkse regering wilde daarvoor geen toestemming geven. IS kreeg de schuld van de aanslag, maar het proces tegen de daders geschiedt achter gesloten deuren. Er is dus gerede twijfel, of niet de Turkse geheime dienst betrokken was bij dit moorddadige bloedbad. De PKK stelt dat de Turkse staat verantwoordelijk is voor de aanslag. Er zijn meer incidenten. Twee politieagenten worden in hun eigen huis in hun slaap in koelen bloede vermoord. De daders meldden zich niet, de PKK zegt geen opdracht te hebben gegeven. Nadat Turkije is begonnen PKK-kampen in Irak te bombarderen, in de slipstream van de overeenkomst met de Amerikanen die gebruik mogen maken van Turkse vliegbases, werden in Turkije zelf binnen twee dagen ruim 1300 HDP-leden en -aanhangers gearresteerd op beschuldiging PKK’er te zijn. In deze arrestatiegolf, die tot op heden voortduurt, zijn tot nu toe zo’n vijf- tot zesduizend mensen gearresteerd, die geslagen en gemarteld worden. Negen burgemeesters zijn gearresteerd, van wie er twee ontslagen zijn. Een 17-jarige jongen is vermoord, zijn lichaam werd achter een Turkse pantserwagen door de stad Şirnak, bij de Iraakse grens, gesleept. Een jong meisje in Varto, een Koerdische stad in zuid-oost Turkije, actief lid van de PKK, werd vermoord, daarna werd haar naakte lichaam op het plein in de stad achtergelaten door de politie en de militairen. Ongeveer negen andere steden, waaronder Silvan, Şirnak, Beytül en Şebap, zijn dagenlang hermetisch van de buitenwereld afgesloten, zonder telefoon- of internetverbinding, zonder aanvoer van voedsel en water. Zo werden in de stad Cizre na acht dagen van beleg tweeëntwintig burgers, onder wie een peuter van 23 maanden, vermoord door sluipschutters. De peuter kon door het beleg niet begraven worden. Toen op de zesde dag van het beleg veertig parlementariërs van de HDP en van twee ministeries de stad wilden bezoeken, kregen ook zij geen toestemming de stad binnen te gaan. Tot zo ver reikt de macht van de president, ook over het leger – dat altijd al tegen de Koerden was, tegen de PKK, en dat nu weer een rol mag spelen in Erdogan’s spel.

In een recente toespraak stelde de president dat ‘als wij (de AKP) 400 parlementszetels zouden hebben, dit allemaal niet was gebeurd’. Met andere woorden, als Erdogan de absolute macht krijgt, zal de rust weer terugkeren. De grote landelijke krant ‘Hurriyat’ (Vrijheid) publiceerde deze toespraak en zei dat de oorlog tussen de AKP en de PKK feitelijk draait om de 400 parlementsleden – om de macht.

Met de zeer recente toenadering van president Erdogan tot de Europese Unie over de miljoenen vluchtelingen uit Syrië, Irak en andere regio’s in het Midden-Oosten, tracht de AKP zijn kansen in de verkiezingen te vergroten. Want Erdogan zal niet nalaten eventuele verbeterde betrekkingen met Europa te gebruiken als legitimering van zijn macht en repressieve optreden tegen de Koerden.

En WAT, als Erdogan verliest en de AKP opnieuw geen absolute meerderheid behaalt? Stel dat er een democratische regering zou komen in Turkije. Dan moet Erdogan ernstig vrezen voor vervolging, wegens grootschalige corruptie. In betrekkelijk korte tijd, zolang hij aan de macht is, is Erdogan stinkend rijk geworden, met een geschat vermogen van vele miljarden euro. En met hem zijn zoons, die ook betrokken zijn in corruptieschandalen, andere familieleden en een aantal andere zeer rijke families die ministers in hun gelederen hebben. Om een aanklacht in te kunnen dienen, dient de ministeriële onschendbaarheid opgeheven te worden door het parlement. Dat heeft de AKP tot nog toe tegen kunnen houden. Hoe komt Erdogan aan zoveel geld? Toen hij nog burgemeester van Istanboel was, zei hij eens in een verkiezingscampagne, terwijl hij de trouwring aan zijn vinger toonde: ‘Ik bezit slechts mijn trouwring. Als ik ooit rijk word, weten jullie dat ik gestolen heb’. Aan die uitspraak zal hij niet graag worden herinnerd.

 

Kemal Yildiz en Sietske de Boer
Werkgroep Midden-Oosten

Kemal Yildiz is een Koerd, die in de jaren ’80 van de vorige eeuw actief was in de linkse beweging in Turkije. Hij vluchtte naar Nederland. Hij is een nauwgezette ‘Turkije-watcher’, die de diverse media in Turkije en zijn persoonlijke netwerk in Turkije heel goed bijhoudt.

Sietske de Boer is Arabist en freelance journalist en schrijver, gespecialiseerd in Marokko, eigenlijk de Maghreb: Marokko, Algerije en Tunesië.