In het voorjaar van 2011 daverde de revolutie door de straten van steden in Arabische landen. De bevolking ging de straat op om hun rechten op te eisen. Inmiddels zijn we een jaar verder. Geweld en opkomst van islamitische partijen domineren nu het nieuws uit het Midden-Oosten. Voor De Linker Wang (de religie werkgroep van GroenLinks) en de werkgroep Midden-Oosten reden om op 17 maart 2012 een bijeenkomst te organiseren.

De centrale vragen waren hoe de Arabische revoluties de winter hebben doorstaan en welke opstelling GroenLinks zou moeten kiezen. In De Nieuwe Liefde in Amsterdam bogen Jan Jaap de Ruiter, Monique Samuel, Hassnae Bouazza, Richard van Leeuwen en Karima Bazi zich onder leiding van Tineke Strik over deze vraag. Uit het debat werd duidelijk hoe we het onkruid kunnen bestrijden en hoe we kunnen bemesten om deze lente te stimuleren.

Een eerste belangrijk ‘onkruid’ dat werd benoemd is onze eigen cynische, wantrouwende blik over de rol van de Islam. Islam en democratie staan niet op gespannen voet: zie bijvoorbeeld Turkije en Indonesië. Ook Tunesië werd als hoopvol voorbeeld gesteld. Monique Samuel maakte duidelijk dat christenen in Egypte bezorgd zijn. Maar ook maakt ze duidelijk dat haar christelijke oma juist via de moskee voorzien wordt van veiligheid en voedsel, als de autoriteiten het laten afweten.
Een tweede belangrijk ‘onkruid’ is onze neiging tot een soort neokolonialisme: waarbij we de ontwikkelingen langs onze eigen maatlat leggen. We moeten geduld hebben! ‘Democratie is niet een koortslip waarmee je wakker wordt, het is een enorm proces’ stelde Hassnae Bouazza terecht. De lakmoesproef zal uiteindelijk over een aantal jaar liggen, wanneer de nieuwe machthebbers moeten laten zien dat ze bereid zijn afstand te doen van de macht via – opnieuw – vrije verkiezingen.
Een derde belangrijk ‘onkruid’ is dat we onze eigen belangen centraal stellen; waarbij onze oliebelangen in Saudië-Arabië – met onze oliedollars steunen we uiteindelijk de islamistische partijen in Egypte – en onze weigering Israël aan te spreken voor het niet nakomen van internationale afspraken de belangrijkste zijn.

Ook kunnen we bemesten – de positieve ontwikkelingen stimuleren. Het stimuleren van de bewegingen van jongeren, vrouwen en religieuze minderheden om hun rechten op te eisen lijkt hiervoor de belangrijkste mogelijkheid. Monique Samuel maakt aan de hand van ‘doctor met de snor’ – de Egyptenaar van 40+ – duidelijk dat er nog genoeg te doen is: nog altijd trekt de gevestigde orde aan de touwtjes. Nieuwe gezichten, maar nog altijd een snor.
Het ondersteunen van jongerenbewegingen en democratiescholen zijn hierbij belangrijke middelen. Mariko Peters heeft daarvoor vanuit de Tweede Kamer al actie ondernomen.
Stimuleren: en dan vooral via initiatieven die vanuit de groepen zelf komen en die rekening houden met gevoeligheden – zo zijn vrouwenrechten jarenlang het speeltje geweest van mevrouw Mubarak. Met dit ‘onkruid’ moet je rekening houden. Monique Samuel laat aan de hand van de film ’867′ zien hoe krachtig bijvoorbeeld een film kan werken om seksuele intimidatie te beperken.

Zijn er dan alleen positieve ontwikkelingen? Nee: de voorbeelden die de verschillende sprekers laten zien, maken ook duidelijk dat radicale interpretaties van de Koran invloed hebben op de publieke ruimte, en daarmee de ruimte van vrouwen beperken.
Ook staan we stil bij Syrië. Het totalitaire regime hier weigert de macht te delen en drukt de opstand bloedig neer. Een realistische oplossing voor het conflict hier wordt nauwelijks gezien. We hopen dat Rusland ons kan helpen om te voorkomen dat dit land in een spiraal van geweld wegglijdt.

De slotvraag die Ruard Ganzevoort stelt ‘zijn wij deel van de oplossing of deel van het probleem?’ is terecht. Te vaak zijn we vanuit het Westen deel van het probleem. De bijeenkomst in De Nieuwe Liefde heeft een aantal bouwstenen opgeleverd hoe we meer deel kunnen worden van de oplossing.